Groene Heuvels en Vloeibaar Goud
Een niet-toeristische ontdekkingstocht door het Portugese Alentejo. Sluit je ogen en hoor in gedachten het twinkelende geluid van vogels, het gezoem van bijen en ruik de geur van bloeiende olijfbomen, eucalyptus en gedroogd gras in de prachtige Portugese provincie Alentejo. Het wordt zomaar werkelijkheid als je de deuren openzet van onze comfortabele en duurzame herdershutten tijdens jouw onvergetelijke vakantie. Ontdek van hieruit de geheimen van deze bijzondere regio en laat je meeslepen door de magie van het moment.
Kostbare Portugese geheimen
De bekende Vlaamse acteur Wim Opbrouck schreef eens in ons gastenboek: “De Alentejo is een onontdekte prachtig-rauwe agrarische provincie waar de tijd lijkt stil te staan en waar kostbare geheimen mondjesmaat worden prijsgegeven”.
Deze provincie, waarvan de naam is afgeleid van “Alem do Tejo” en dat letterlijk “Over de Taag” betekend, is altijd het rustige, wat ondergeschoven kindje geweest van Portugal. Vanuit hoofdstad Lissabon gezien ligt het inderdaad aan de overkant en werd het door de Lissabonners gezien als een hinderlijk stuk niemandsland waar je doorheen moest om naar de warme zandstranden van de Algarve te gaan. Daar komt wel langzaam verandering in. Bepaalde kringen vinden het zelfs chique om te zeggen dat ze een Monte bezitten in O Nosso Alentejo. Voor die mensen is deze agrarische streek de “place to be” als het gaat om rust, ruimte, natuur, authentieke cultuur en de vriendelijke bevolking en ook de associatie met een rijk verleden als het gaat om grootgrondbezit en oude adel.
Alentejo in getallen
• 750.000 mensen wonen er. Het is een intrigerende streek. Deze Portugese provincie beslaat ongeveer het derde deel van dit prachtige land en is daarmee vergelijkbaar met de grootte van Nederland. Vergelijk dat getal eens met de 18miljoen mensen die er in Nederland wonen. Je hoort de stilte en de rust letterlijk neerdalen bij dit soort getallen. Voor ons is het in ieder geval een van de belangrijkste redenen geweest om voor dit gebied te kiezen en er te gaan wonen en werken.
• 300 zonnige dagen maken het bijna altijd aangenaam. Ik heb in een jaar nog nooit zo veel en zo lang in een korte broek gelopen als sinds wij hier in deze prachtige streek wonen. En zelfs als de temperaturen boven de 35 graden uitkomen is het heel dragelijk omdat de luchtvochtigheid altijd erg laag is. Dertig graden hier geeft dan een heel andere en veel aangenamere “Touch and Feel” dan vijfentwintig graden in het veel vochtiger Nederland en het overige noorden van Europa.
• 150 kilometer. Onze plek ligt precies tussen de twee luchthavens van Lissabon en Faro en in beide gevallen hoef je maar 150 km te rijden om O Vale Da Mudança te bezoeken. De enige keuze die je moet maken is die van de vluchttijden en de vliegprijzen. Als je het comfortabeler vindt om op een kleinschaliger en rustiger vliegveld te landen is Faro de beste keuze. Als je daarna bij ons bent kun je vanuit onze altijd zomerse locatie eenvoudig genieten van al het moois en de grote diversiteit die de Alentejo je te bieden heeft.
“Entre Mar e Monte”
Als je dat en een langzaam leven zoekt, is dit zeker een streek voor een interessante vakantie. Maarrrr, de Alentejo biedt daarnaast ook heel veel actieve mogelijkheden. Het strekt zich uit van de Atlantische westkust, de Costa Vicentina, tot aan de Spaanse grens met zijn ruigere natuur en door de Guadiana uitgesleten rivierbedingen. Vanuit O Vale Da Mudança, dat ongeveer in het midden ligt van Baixa Alentejo, kun je een grote variatie in landschappen ontdekken. Het is de uitvalsbasis voor mooie en interessante dagtrips.
1• De diversiteit aan de Alentejaanse kust.
Aan de westkust, rondom en ten noorden van Sines heb je prachtige, bijna lege zandstranden. Ruige, oceaangolven zorgen voor een ideale situatie voor surfers. Praia de São Torpes heeft verschillende surfscholen en mijn neefjes vonden het er geweldig. Ze kregen er hun eerste surflessen. Het is ook een geliefd strand bij de Portugezen zelf. Het is breed en het loopt redelijk geleidelijk af. Ideaal dus voor je eerste surflessen om je makkelijk op je balans-techniek te kunnen concentreren zonder dat je iedere keer in het diepe zeewater gemieterd wordt en je krachten steeds weer moet gebruiken om je hele lijf op die plank te hijsen. Het is daardoor ook prettig voor kleinere kinderen, hoewel je daar natuurlijk altijd op moet letten. Als je een nog kindvriendelijker strand wil is het een aanrader om naar de Lagoa de Santo André te gaan. Dit strand ligt tussen Sines en Setúbal, meer naar het noorden. De lange en brede zandstranden zijn kenmerkend voor dat deel van de Alentejaanse kust. De Lagoa de Santo Andre heeft de fabelachtige situatie van een warme lagune die net achter de duinen is ontstaan in combinatie met de ruigere golfslag van de Atlantische Oceaan aan de andere kant. Er valt wat te kiezen en dat niet alleen. Het is een mooie, grote lagune die een keer per jaar open gegraven wordt naar de oceaan zodat het oude water eruit kan stromen en er nieuw zeewater voor terug komt. Een bijzondere gebeurtenis op zich die het stille water van de lagune ververst en opfrist voor een nieuw jaar prachtige flora en fauna van dit natuurgebied. Je kunt er omheen lopen en, wie weet, kom je op zo’n wandeling om de lagune een vlucht Flamingo’s tegen die zich te goed doen aan de garnaaltjes en ander bodemleven.
Ten zuiden van Sines ligt Porto Covo en vanaf daar naar het zuiden is de kust bezaaid met grillige rotsen en verborgen baaitjes. Ik vind het heerlijk om, als wij even willen ontspannen, zo´n kleine strandbaai op te zoeken en te combineren met een heerlijke lunch in een van de vele restaurantjes in dit mooi gerestaureerde vierkante dorpje of in een van die andere leuke, originele oude vissersplaatsen zoals Zambujeira do Mar, of Vila Nova de Milfontes. Op grote delen van de rotsachtige kust nestelen in het voorjaar en de vroege zomer hele kolonies ooievaars. Je kunt er prachtige wandelroutes lopen, of delen van de Fishermans-trail.
2• Montado en steppe.
De prachtige kust is nog geen uurtje rijden vanuit onze plek en ben je na zo´n zonnige dag strand weer op weg naar ons binnenland kom je door mooi, archaïsch landschap. Dat wordt hier benoemd met een speciale term: montado. Dat is de Portugese naam voor dit zacht glooiend tot heuvelachtig gekreukelde land dat bezaaid is met kurkeiken, oude olijfbomen, steeneiken en een grote biodiversiteit van lage struiken, wilde bloemen, planten en spannende kleine wilde dieren zoals de raposa (vos) en de saca-rabo (een mangoeste achtig knaagdier). Dit is het landschap zoals het eeuwen was, het landschap van het echt oude Portugal dat zich steeds zachter glooiend naar onze stille plek “O Vale Da Mudança” uitstrek om zich vervolgens weer via uitgestrekte steppe-achtige vlaktes, met gigantische schaapskuddes die het land begrazen, uiteindelijk in het oosten in een gefixeerde werveling van keien en rotsen uit te strekken naar de binnenlanden van Spanje. Die uitgestrekte steppe is van oudsher het thuisland voor schaapskuddes en hun herders. Die volgden de lijn van het voedsel op deze schrale gronden. De herders bleven in de buurt van hun kuddes om ze te beschermen tegen roofdieren en veedieven. Dat deden ze in eenvoudige, vaak van golfplaat gemaakte, verrijdbare hutten. Die werden dan door paard of tractor voortgetrokken en volgden de kuddes over het droge, met graanstoppels bedekte land. Deze simpele “Caravans avant le lettre” zijn voor ons een inspiratiebron geweest om onze typische O-Vale-Da-Mudança-Herdershutten te ontwerpen. Uiteraard hebben we die aangepast aan de moderne eisen van deze tijd en kun je in zo´n hut heerlijk genieten van het omliggende landschap en je inleven in het relaxte plattelandsleven van weleer of gebruiken als uitvalsbasis.
+ drie foto´s toevoegen van Aljustrel, Ferreira en Evora.
• ”Ao pé de nos”. Heb je eens een dag geen zin om lang in de auto te zitten kom je bij ons in de buurt mooie verstilde plaatsen tegen waar oude Portugezen, in zwart gehuld, op bankjes zitten te wachten tot de tijd hun heeft ingehaald. Het weer is warmer dan aan de kust met temperaturen die voor ons Nederlanders ondragelijk klinken maar dat zeer zeker niet zijn omdat de gemiddelde luchtvochtigheid nauwelijks de 10 % overschrijdt.
Vooral in de ochtend is het heerlijk om te dwalen door plaatsen als Aljustrel (vergeet dan vooral niet te genieten van het mooie uitzicht vanaf het oude kerkje van Nossa Senhora do Castelo), Ferreira do Alentejo (met zijn leuke pleintje met de Sociedade Filarmónica Ferreirense), Beja en Évora (de eeuwenoude studenten- en universiteitsstad). Hier kan je nog het oude Portugal ervaren…. En alles “com calma”, op je dooie gemakje. Geniet van de sfeer en drink een bica, Portugese espresso, in een huiskamerkroegje of ga lekker eten in een van de soms verborgen restaurantjes met een (h)eerlijke keuken met lokale ingrediënten. Grote kans dat je op een leuke manier in gesprek komt met de mensen uit de streek die zeer geïnteresseerd zijn in die vreemdelingen die hun komen bezoeken. De entourage in deze vaak kleine en intieme restaurantjes is duidelijk anders dan in Nederland, tl-verlichting, wit-blauwe tegels aan de muur en veel schaduw om de koelte binnen en de zon buiten te houden.
Wat ook geweldig is om te doen is het omringende landschap rondom O Vale Da Mudança verkennen te voet. Je stapt zomaar uit je hut of je huis de natuur in en komt via uitgestrekte velden en bossen heerlijk tot rust. Je ontdekt stoere grote bomen met tekens en cijfers, alsof hier een kleine graffiti-kabouter bezig is geweest de natuur een stevig stads tintje mee te geven door er met witte kalk op te kliederen in een mooi contrast met de diep-roze, bijna steenrode schors van, wat blijkt, de pas-geschilde kurkeiken te zijn. We kunnen je van alles vertellen over dit prachtige en bijzonder duurzame product waar de Portugezen al jaar en dag wereldleider zijn in de productie ervan. Kurk is jarenlang letterlijk het product geweest waar de Alentejaanse economie op dreef en het is nog steeds een geweldig product om mee te werken, te bouwen en te innoveren. Zelfs onze hutten zijn er mee gebouwd, maar dit terzijde want dat had je al gezien toen je vanuit je hut die wandeling begon. Tijd om verder te lopen en de geuren te ruiken van eucalyptus, wilde sering en verse munt. Je waant je in een volière van exotische vogels als je, naar gelang het jaargetijde, het gezang hoort van merel, putter, zanglijster of wielewaal. Ik kan vreselijk genieten van het aftastende geroep van twee op thermiek zwevende dwergarenden die spiedend rondcirkelen op zoek naar prooi in de diepte onder hen of het soms hese geroep van de drie soorten uilen die wij hier op ons landgoed hebben waargenomen. Waarbij ik weer moet glimlachen als ik denk aan de gedragingen van sommige uilskuikens met hun spreekwoordelijke gebrek aan intelligentie. Wijsheid komt, ook bij uilen, met de jaren.
Wij genieten iedere dag weer van deze pareltjes in de natuur en hoe langer we hier wonen hoe langer die parelketting wordt. We leven in een rustige streek met veel agrarische historie maar ook een gebied waarbij innovatie op een hoger plan getrokken wordt. Lees vooral ook het stukje over veranderend landschap, een paar alinea´s verder naar beneden.
+Foto van herdershut oud en een van onze herdershutten met een CTA
3• Rotsen en Keien aan de Spaanse grens.
Aan die oostkant heb je prachtige verstilde grensplaatsen zoals Monzaras, Serpa en het iets drukkere Mertola. Ook hier ben ik fan van. Het zijn oude vestingstadjes die, vanaf de hoogste punten in het landschap, uitzicht hadden en hebben op wat de eeuwige vijand uit het oosten, Spanje, uitspookte bij de grensrivier Guadiana. Inmiddels is de oude rivaliteit verdwenen en werken Spanje en Portugal goed samen in projecten die zorgen voor natuurbehoud en -verrijking. Een van die projecten is het verzamelen, vasthouden en verdelen van het regenwater dat in de winter de rivier Guadiana vult. Om te voorkomen dat het in te korte tijd van het Spaanse binnenland linea recta het “afvoerputje” van de Atlantische Oceaan instroomt, hebben beide landen in gezamenlijk beheer en belang het stuwmeer van Alqueva aangelegd. Het grootste stuwmeer van het Iberisch Schiereiland en een prachtig natuur- en recreatiegebied met zo’n kleine 600km oevergebied waar allerlei watersportactiviteiten kunnen plaatsvinden.
Wij genieten graag van een stevige wandeling in de ruige streek rondom Pulo de Lobo. De naam is ontleend aan een oude volksvertelling waarin men vertelt over een snelle, sterke wolf (Lobo) die, op de vlucht voor zijn jagers, met een grote sprong over deze cascade in de Guadiana sprong en zo de dans van de dood ontsprong. Het is een ongeëvenaard stuk wilde natuur tussen Serpa en Mertola en het is, ook nu weer, een mooie uitstap om daarna in een van de restaurants in die stadjes te lunchen. Wat een typisch Portugese bezigheid is. ’s Middags wordt traditioneel warm gegeten. De boerengemeenschap at en eet tussen een en drie een stevige maaltijd zodat er daarna weer op het land gewerkt kon worden. Dit is een ritme dat prima bij zo’n stevige wandeling past. Het is dus zeker verdiend om lekker stevig te gaan genieten van de traditionele keuken. Een leuke gelegenheid in Serpa is bij voorbeeld “O Alentejano” waar je aan het centrale plein beneden een gezellig café hebt om tussen de locals een koffie met een pastel of een queijado te eten om later op de ochtend, zo tegen de middag, naar de verdieping te gaan en er heerlijk kunt eten in het restaurant dat zich daar bevindt. Toppertje daar is Carne de Porco à Alentejana, in andere restaurants soms ook gewoon Carne Alentejano genoemd en is precies dat: tussen zee en bergen, op z’n Portugees entre mar e monte. Het is een gerecht met een verrassende combinatie van, als je de goede hebt, porco preto en amêijoas (schelpdiertjes) een bijzondere schotel met zowel varkensvlees als schelpjes. Typisch iets voor een land tussen zee en bergen met ingrediënten uit beide werelden.
Veranderingen in het landschap, historie en innovatie
Het landschap is vriendelijk glooiend en wordt vaak gebruikt als Het beeld van de Alentejo: grote, uitgestrekte velden met graan en hier en daar een kurk- of steeneik, of eindeloze velden met zonnebloemen. Dat beeld is ontstaan ten tijde van het Salazar-regiem, toen er besloten werd dat Alentejo “de graanschuur” of “broodmand” van Portugal moest gaan worden. Grote delen van het oude montada werden geofferd ten voordele van de vooruitgang. En ook dat beeld veranderd weer.
1• Innovatie, stap in de toekomst
a° Olijf. Tegenwoordig worden grote delen van deze gouden vlaktes met Portugees graan, Planície Dourada, omgetoverd tot grijsgroene zeeën van olijvenbomen. Hier wordt tegenwoordig het vloeibare goud gemaakt: olijfolie. Op de gronden van de kleine boeren staan vaak oude olijfbomen van het soort Galega. Dat zijn ook de bomen die wij hebben staan. Bij ons zijn ze ongeveer 100 jaar oud. Maar niet ongebruikelijk zijn deze, vaak statige oude bomen met brede open kruinen en stammen die met twee armen niet te omvatten zijn, van respectabele leeftijden die eerder de duizend jaar aantikken.
Op dit moment zijn er erg veel nieuwe soorten ontwikkeld die door gewasverbetering mooiere, grotere, vlezigere, sappigere olijven geven. Soorten als Cobrançosa, Cordovil en de Hojiblanca worden vaak gebruikt voor de grote olijvengaarden van Spaanse en Portugese investeringsmaatschappijen. Zij bepalen inmiddels een groot deel van het landschap.
In de toekomst gaat deze mono-cultuur van gewassen zeker tot een grotere variëteit leiden.
b° Superfood. Dat er daarnaast in de directe omgeving ook veel geïnvesteerd wordt op het gebied van nieuwe landbouw en het kweken van super-food, zoals granaatappels en amandelen, is fijn voor de ontwikkeling van deze streek die erg te leiden heeft onder “krimp” en nu misschien weer langzaam opkrabbelt uit arme tijden.
c° Druif. In dit respectabele rijtje oude en vernieuwde producten mag natuurlijk de basis van de wijn niet ontbreken. Iedereen kent het spreekwoord: Oude wijn in nieuwe zakken en dat slaat ook wel op De Alentejo als wijngebied. Tegenwoordig doet de Alentejo zeker weer mee als een van de beste wijn-regio’s van Portugal. Het is alleen geen nieuw wijngebied. De wijnbouw gaat al terug tot in de tijden van de Romeinen en sommige wijnmakers keren terug naar de authentieke romeinse manier van wijn-maken: gekneusde druiven in grote terracotta vaten, slechts afgedekt met een dun gazen doek waardoor er een natuurlijke gisting ontstaat. Hier in de buurt heb je een paar bedrijven die dat weer oppakken en op deze manier een extra dimensie geven aan het begrip “nieuwe en oude wijn”. De grote wijnhuizen hier in de buurt wedijveren met de meest prachtige landgoederen en gerestaureerde of moderne architectonische gebouwen. Mooie voorbeelden daarvan zijn Herdade de Rocim, Herdade da Malhadinha Nova, Herdade dos Grous en Quinta do Quetzal waar innovatieve architectuur, moderne kunst, en een geweldig restaurant de kwaliteit van deze nieuwe wijnmakers moet ondersteunen. Het is zeker de moeite waard om deze, vaak door buitenlandse investeerders gekochte en bestuurde, landgoederen te bezoeken.
We zijn er zeker niet vies van om ons te laven aan alle prachtige wijnen en de schoonheid en luxe die deze huizen bieden, aan de andere kant kan ik zeker zo genieten van de wijnmakers in het stadje Ervidel, op nog geen 20 kilometer bij ons vandaan. Daar is de oude Romeinse methode “vinha da Talha” nooit weggeweest bij de vele kleine adega´s en wijnmakers. Noteer vooral in je agenda dat in het laatste weekend van November dit stadje letterlijk zijn deuren openzet om deze heerlijke wijnen te laten proeven in combinatie met de lokale culinaire specialiteiten. Een aanrader: Volg ons op social media of stuur je mailadres zodat we je op de hoogte kunnen houden van de ontwikkeling over deze culinaire feesten.
d° Het Alqueva Stuwmeer. Deze nieuwe ontwikkelingen zijn allemaal mogelijk doordat er op de grens met Spanje, zoals eerder al beschreven, een groot stuwmeer gerealiseerd is. Spanje en Portugal werken hier samen aan een prestigieus beregeningsproject dat zijn bron heeft in de grensrivier Guadiana. In het kleine Portugese plaatsje Alqueva is een geweldig grote dam gerealiseerd waardoor het grootste stuwmeer van het Iberisch schiereiland is ontstaan. Een groter contrast is er haast niet. Een prachtig watersportgebied dat dienstdoet als beregening- en drinkwatervoorziening, midden in de bergachtige grensstreek van het Portugese Alentejo en Spanje, soms met grote gevolgen voor de lokale bevolking.
e° De keerzijde van de stuwdam. Dat deze ontwikkelingen ook een onomkeerbare keerzijde hebben is goed te voelen en te ervaren in een prachtig modern museum van het 2 kilometer verderop herbouwde dorpje Luz, dat moest wijken voor het wassende water. Het heeft mij in ieder geval emotioneel getroffen om de inhoud van dit sociaal geëngageerde museum te beleven middels video’s en vastgelegde interviews met de bewoners van dit verplaatste dorp.
• Historie, vier de oorsprong.
Er is veel oog voor dit agrarische verleden en voor oude tradities. Voor wie geïnteresseerd is in de oude methoden om dit “barre” land te bewerken en wil weten hoe dat vroeger door de stoere mannen maar vooral taaie vrouwen werd gedaan kan het prachtig kleine Museu da Farinha bezoeken in het lieflijke plaatsje São Domingo, zo´n 30km verderop. Dit museum behandeld de geschiedenis van het graan en de manier waarop dit gekweekt werd en verwerkt werd tot bruikbaar meel met behulp van een van de eerste stoommachines in de regio. En-passant krijg je ook nog een mooie inkijk in oude bouwtechnieken van vroeger, iets wat mij natuurlijk persoonlijk interesseert als architectonisch ontwerper en ook weer helemaal “hot” is ten tijde van duurzaam bouwen met lokale materialen: het bouwen met Taipa. In het gebouw, waar het museum in gehuisvest is, werd vroeger ook gemalen. Het is gebouwd met deze taipa-techniek van aangestampte klei. De oprichter van deze stoommaalderij was een slimme man die het zelfs voor elkaar kreeg om met deze taipa een pand te bouwen van twee verdiepingen. Iets wat in die tijd nog nooit vertoond was. Ga het museum maar bezoeken om te kijken hoe hij dat gerealiseerd heeft. Het pand uit de vorige, vorige eeuw staat er nog steeds dus dat geeft aan dat je met gerecycleerde materialen heel degelijk kunt bouwen.
Een ander mooi museum met grote en antieke “landbouw-dinosaurussen” ligt in Entradas. Hier kun je oude machines bekijken en daarna ook lekker eten want uiteraard gaan hier nuttige en leuke dingen altijd samen met een goede maaltijd. De Portugezen weten als geen ander deze twee primaire levensbehoeftes met elkaar te combineren. Informatie en voedsel neem je beter tot je als je dat tegelijkertijd doet.
Wordt je ook enthousiast?
De diversiteit van deze “vergeten en verborgen streek” maakt de Alentejo erg interessant voor een ontdekkingsreis. Of je nu zonaanbidder, sporter, cultuur- of natuurliefhebber bent of een combinatie daarvan, de Alentejo is een stuk Portugal vol met mooie, originele, verassende, geurige, sportieve, wonderlijke, traditionele, moderne ingrediënten om er, geheel naar eigen receptuur, een hele persoonlijke vakantie mee te kunnen samenstellen. Neem vooral contact met ons op als je vragen hebt of meer wilt weten over onze rustieke omgeving of laat je e-mailadres achter zodat we je onze nieuwsbrief kunnen sturen met leuke weetjes en aantrekkelijke activiteiten. We zouden het erg leuk vinden om je als gelijkgestemde hier te mogen ontmoeten.